Waar speelt de baby?

Aan mijn oudste zoon merkte ik dat hij graag was waar wij waren. Ons appartement waar we woonden was ook niet zo groot, dus ontstond zijn speelplek op natuurlijke wijze in de woonkamer. Nu hij bijna zes jaar is, speelt hij nog steeds het liefst bij ons in de buurt. Een ruime hoek in de woonkamer is ingericht met speelmaterialen voor hem, die hij van een plank in open kasten of uit manden pakt. In zijn slaapkamer staat een bed, een kledingkast en een kast met heel veel boeken. Er zijn ook een aantal knuffels, maar er is niet veel speelgoed te vinden. Ik verwacht wel dat dit gaat veranderen en dat hij daar meer tijd gaat doorbrengen, ook om te spelen. Maar feit is, dat jonge kinderen graag verblijven en spelen dicht bij jou in de buurt.

Drie maanden geleden werd ons gezin iets groter met de komst van nog een zoon. Er is ruim 5,5 jaar leeftijdsverschil tussen de broers. Ook zijn speelruimte wil ik in de woonkamer inrichten, maar het moet een veilige plek zijn voor een baby die toch ruimte biedt aan de snelle ontwikkelingen van het eerste levensjaar, een jaar waarin hij gaat leren rollen, tijgeren, kruipen, zitten, optrekken en staan. En dan heb ik alleen nog maar de grove motoriek genoemd. De inrichting van een speelruimte voor het eerste levensjaar vraagt om een plan. De tijd komt heel snel dat ze niet meer op één plek blijven liggen en met ontembare energie en ontdekkingsdrang de omgeving gaan verkennen.

Mijn woonkamer moet dus ruimte bieden aan twee spelende kinderen die in een andere ontwikkelingsfase zijn. Hoe kan je dat aanpakken zodat je tegemoet kan komen aan de verschillende spelbehoeften van de kinderen en ook aan je eigen behoeften? Voor mij is dat rust en tijd voor mezelf.

Yes-space

Ik heb daarom een YES-space gemaakt voor de baby. Wat is een YES-space?  Een YES-space is een ruimte waar een baby veilig kan spelen en die is ingericht met leeftijdsgeschikt speelmateriaal. De ruimte moet zo veilig zijn dat als je met je 'mommy brain' het huis zonder sleutels zou verlaten, en je uren later pas weer naar binnen kan komen, je een ongedeerde baby aantreft, zij het huilend en hongerig. De naam is bedacht door Janet Lansbury, zij schrijft voor en begeleid ouders/ verzorgers van jonge kinderen in hun ouderschap. Haar aanpak is gebaseerd op de pedagogische visie van Magda Gerber en Emmi Pikler.

Je kan van een kleine kamer een YES-space maken, maar omdat baby's graag zijn waar jij bent, is het denk ik prettiger om een deel van de kamer te gebruiken waar je het meeste bent en daar een afgesloten deel in te creëren d.m.v. een hekje. Het klinkt paradoxaal om te zeggen dat ik mijn baby vrijheid geef in zijn spel- en bewegingsontwikkeling door hem een beperkte, afgesloten ruimte aan te bieden. Dat hekje om zijn speelplek heen, roept toch snel de associatie met gevangenschap op. Maar ik zie vooral de voordelen die het je oplevert als je een aanzienlijk aantal vierkante meters 'af staat' aan de baby.

Een katoenen zakdoek is makkelijk op te pakken en een goed eerste speeltje.

Wat levert een Yes-space op?

  • het geeft RUST, omdat het een veilige plek is en je je geen zorgen hoeft te maken over stopcontacten, snoeren, meubels die omgetrokken kunnen worden en kleine onderdelen die in babymondjes kunnen komen.
  • als er ook oudere kinderen in dezelfde kamer spelen, kunnen beide kinderen met hun eigen speelmateriaal spelen. Hierdoor kan de frustratie onderling voorkomen worden. Oudere kinderen spelen graag met kleine onderdelen of maken een ingewikkeld bouwwerk waar veel tijd en concentratie in zit. De baby die onderzoek doet naar zwaartekracht en oorzaak & gevolg vormt een bedreiging voor het bouwwerk en andersom zijn de kleine onderdelen een bedreiging voor de baby als het in zijn mond terecht komt.
  • als beide kinderen naast elkaar kunnen leven en spelen zonder dat ze elkaar frustreren in hun spel, ontstaat er ruimte om elkaar te observeren, te leren van het spel van de ander en contact te zoeken.
  • de begrenzing voelt veilig aan voor de baby; het is een kleinere en overzichtelijke ruimte die niet steeds veranderd. Een woonkamer daarentegen is meer aan verandering onderhevig doordat het door meer mensen wordt gebruikt.
  • een eigen speelruimte geeft regelmaat en voorspelbaarheid aan het leven van de baby. Dit is de vaste plek waar hij speelt en waar hij ongestoord en autonoom zijn 'babywerk' kan doen.
Binnen en buiten ontdekken met de spijlen van de box.

Ik heb met een grondbox een YES-space gemaakt in de woonkamer. Op de bodem heb ik 1 cm dikke ondervloerplaten gelegd en daar overheen EVA-foam puzzeltegels. Dat had ook een kortharig vloerkleed kunnen zijn of een stevige mat. Wat belangrijk is, is dat de vloer niet zo zacht is zodat je erin weg zinkt. Voor de ontwikkeling van de grove motoriek is een stevige ondergrond het meest geschikt zodat de baby een oppervlakte heeft om zich tegen te kunnen afzetten. Ik koos ook voor een effen ondergrond en niet voor allerlei kleuren of een patroon. Als de ondergrond rustig is, dan is het makkelijker om de speeltjes te onderscheiden van de omgeving en ze te grijpen.

De grondbox zelf bestaat uit een hekje van spijlen. Er zit een deur in met een kinderslot. Ik kocht er één van het merk Felibaby. Het is van beukenhout gemaakt; een stevige houtsoort die minder snel splintert. Er bestaan ook hele mooie hekjes van Kids-F van hoge kwaliteit die o.a. door kinderdagverblijven worden gebruikt. Ik vind de grondbox van Felibaby goed voor de thuissituatie. De spijlen hebben een hele belangrijke functie wanneer kinderen zich leren op te trekken. Daar zijn ze ideaal voor. Op elke willekeurige hoogte kunnen kleine handjes zich vastgrijpen om zichzelf te kunnen gaan optrekken.

De eerste drie maanden was een ledikantje in de woonkamer de speelruimte voor de baby.

Toen mijn baby nog een pasgeborene was had ik van een ledikant bedje een speelplek gemaakt. Ik had het bedje in de woonkamer gezet en legde hem daarin nadat hij wakker was geworden en gevoed was. Ik was niet bezig om hem te vermaken terwijl hij daar lag. Hij had de tijd en ruimte om aan zijn leefomgeving en onze gewoontes te wennen. In het begin had hij een grote interesse voor de spijlen van het bedje. Met veel aandacht kon hij kijken naar de regelmaat en de contrasten van de spijlen. Na een paar weken begon hij meer diepte te zien en hij zag een gitaar aan de muur hangen vlakbij zijn bedje. Het scheen hem veel plezier te geven naar de gitaar te kijken. Ik zag hem vaak kirren en met zijn benen trappelen als hij daar naar keek. Ook begon hij steeds meer controle te krijgen over zijn hand die hij probeerde vast te houden in zijn gezichtsveld. Toen ik merkte dat hij beweeglijker werd en zich verplaatste door zich af te zetten met zijn voeten tegen het matras, heb ik de grondbox geïnstalleerd. Hier heeft hij meer bewegingsvrijheid en went aan zijn vaste speelplek voor de komende maanden.

Door Esmé Valk

Vond je dit interessant? Schrijf je in voor de nieuwsbrief om mijn laatste artikelen te ontvangen in je mailbox (Ik zal je niet overladen)